Ruwvoer
Ruwvoer, daar gaat menig boerenhart sneller van kloppen. En onze harten ook, want poah, das mie toch mooi wark!
Goed ruwvoer maken is niet voor iedereen weggelegd. Je bent natuurlijk ook afhankelijk van weersinvloeden, maar er is ook zo veel waar je wél invloed op hebt!
Poah, das mien voer
Goed kuilvoer is voor een melkveehouder van onschatbare waarde. Op de meeste melkveebedrijven is ingekuild gras het hoofdbestanddeel van het winterrantsoen. Met een kwaliteitskuil snijdt het mes aan 2 kanten. Koeien produceren meer melk van kuilgras met een hoge voederwaarde. En natuurlijk vreten de dieren graag smakelijk kuilvoer. Met kuilanalyses verwerken onze bedrijfsadviseurs alle bestaande kuilen in een rantsoen.
Wil je informatie over kuiluitslagen?
Gras- en maiszaden
Maisrassen
Er zijn tegenwoordig enorm veel maisrassen beschikbaar. Het is elk jaar een hele klus om daar de juiste uit te kiezen die aan jouw behoeften voldoet. Feijen heeft uit de beschikbare maisrassen een selectie gemaakt. Deze hebben we opgesplitst in 3 categorieën: (zeer) vroegrijp, midden vroeg en dubbeldoel/MKS/CCM.
Bekijk hier onze voorkeursrassen.
Vraag onze Agro expert Raymond om je te helpen bij het maken van de juiste keuze.
Graszaden
Ook voor verschillende rassen graszaden kun je bij Feijen terecht. We hebben voor de verschillende gebruiksdoelen de beste rassen in een schema gezet, zodat je makkelijk een keuze kunt maken.
Onze agrospecialist kan honderduit spreken over verschillende soorten graszaden passende bij jouw grondtype. Advies nodig? Bel dan met Raymond Hoppen.
Inkuilen
Ruwvoer. Daar kunnen we het écht uren over hebben. We vinden het belangrijk dat je zo veel mogelijk voedingsstoffen van je eigen land haalt. Daarom geven we veel aandacht aan het oogsten en inkuilen. Wil je hier echt goed mee aan de slag, dan komen we een veldaudit bij je doen. Liever eerst zelf aan de slag? Dan hebben we wat basistips voor je.
Voorbereidingen
- Bepaal het juiste oogstmoment.
- Denk van tevoren na over de voersnelheid, zo kun je de afmeting van je kuil bepalen.
- Zorg dat het erf en de kuilplaat schoon zijn en dat je afdekfolie en een inkuilmiddel in huis hebt.
Basistips voor gras- en maiskuilen
- Bepaal de juiste deeltjeslengte
- Los het gras of de mais over de hele lengte van de kuil, met dunne laagjes van zo’n tien centimeter. Zo kan er beter worden aangereden.
- Besteed veel tijd aan het aanrijden van de kuil, zo wordt de kuil mooi compact en krijg je zo snel mogelijk een zuurstofarm milieu in de kuil.
- Dek de kuil af met een zeil en een laag grond om te voorkomen dat er zuurstof bij kan komen.
- Laat de kuil minimaal zes weken dicht, zodat de kuil stabiel wordt. Als je Magniva als inkuilmiddel gebruikt hebt, is de kuil sneller stabiel en kun je deze na vier weken openmaken. Toch adviseren we de kuil zo lang mogelijk dicht te houden.
Gras inkuilen
De zwaarte van de mestgift bepaalt het oogstmoment. Vraag je af wanneer je het juiste bacterieklimaat in de kuil krijgt. Dit hangt weer sterk af van het drogestofgehalte op het moment dat het gewas de kuil in gaat.
Dit vraagt een stukje kennis en organisatie van de mensen met wie je samenwerkt. Wil jij ook graag snede op snede de juiste keuzes maken? Onze adviseurs helpen je graag. Vraag onze gratis veldaudit aan en je zult versteld staan van resultaten.
Onderstaande video illustreert een onderdeel van de veldaudit:
Mais inkuilen
Poah, mooi mais! Ja, dat hoor je overal. Op het oog lijkt het al gauw goed, maar wil je écht weten of de mais goed in de kuil komt? Dan zou je dat moeten toetsen. Dat doen we aan de hand van een emmer water en onze schudboxen. Tijdens onze veldaudit gaan we dieper in op de ideale muiskuil en haksellengte. Raymond legt alvast een stukje uit:
Grasmanagement en weideplanning
Een mooi gezicht, koeien in de wei. Wat dan helemaal mooi zou zijn, is als ze ook die droge stof binnenkrijgen waarvan je hoopt dat ze die binnenkrijgen. Om hier meer grip op te krijgen kun je een weideplanning toepassen.
Weideplanning houdt in dat je de koeien elke dag een nieuw stukje weiland geeft. Het is iets bewerkelijker voor jezelf, doordat je elke dag een nieuw stukje weide moet afrasteren. Maar het geeft veel voordelen voor de drogestofopname. Doordat de koeien maar een stukje van het hele weiland tot hun beschikking hebben, zijn ze eerder geneigd om te vreten. Zo ben je ervan verzekerd dat ze voldoende gras binnenkrijgen. Als ze het hele weiland ter beschikking hebben, voelen zij die druk niet, gaan ze meer lopen en minder vreten.
Doordat de ‘concurrentie’ groter is in afgerasterde weides, is de koe geneigd grotere happen van het gras te nemen waardoor ze de juiste deeltjeslengte binnenkrijgt.
Broei en schimmel in de kuil
Kon je je maar verzekeren tegen broei. Niets zo vervelend als broei in je kuil. Je hebt voerverliezen als resultaat, maar niemand die die rekening voor je betaalt. Bij het openen van de kuil zorgt de toevoer van zuurstof en luchtinlaat voor broei en verlaagde drogestofopname en dus minder melk! Zeker in de warme zomermaanden kunnen de verliezen door broei hoog oplopen.
Er zijn gelukkig wel een paar maatregelen die je kan nemen om de broei en schimmels te beperken.
- Ligging van de sleufsilo
Zorg ervoor dat je sleufsilo van oost naar west ligt, waarbij je de oost-kant opent. Zo beperk je de regeninslag op de open kuil. - Verdichten van de kuil
De kuil moet zo goed aangereden worden, dat er zo min mogelijk zuurstof bij in kan. Na het aanrijden van de kuil moet deze zo snel mogelijk luchtdicht gemaakt worden. Daarnaast is het zeer verstandig om een inkuilmiddel als Magniva te gebruiken. Deze verlaagt de kans op broei en zorgt er ook voor dat de kuil sneller stabiel is. - Voersnelheid
De ideale voersnelheid is tussen de 1,5 en 2 meter. Zo blijf je de broei voor. Voer je langzamer? Kijk dan of je de kuil minder hoog kunt maken. Daarnaast kun je ook kijken om wat vaker kleinere porties te voeren, zodat het voer aan het voerhek langer fris blijft.
Gevolgen van broei
Door een beetje broei in de kuil kun je al snel veel melkgeld mislopen. De broei zorgt ervoor dat de kuil minder smakelijk wordt. De koeien gaan er daardoor minder van eten en hierdoor hebben ze een verlaagde drogestofopname.
Bij vijf procent broei verlaagt de melkopbrengst per koe per dag zo’n 1,5 liter. Reken maar uit met honderd koeien en twee maanden broei. Dan heb je 100*1,5*60=9.000 liter minder melk. Dat maal een melkprijs van 35 cent, brengt je op een verminderde omzet van € 3.150,-.
Wij zijn ervan overtuigd
dat je zo veel mogelijk
uit je eigen ruwvoer moet
halen. Alles wat de koe
dan nog ontbreekt, kan
aangevuld worden
met krachtvoer.